
Album Amicorum van Nicolaas en Adriaan Rockox
Sommige tradities zijn ouder dan we denken. Al in de 16de eeuw vroegen Nicolaas Rockox – later burgemeester van Antwerpen – en zijn acht jaar jongere broer Adriaan hun vrienden om een tekening achter te laten in hun album amicorum. Een album met persoonlijke bijdragen van vrienden was een gangbaar gebruik in de studentenmilieus van toen. Het dubbele gebruik, onderstreept door een opdracht aan beide broers tegelijk, maakt dit stuk zeer uitzonderlijk. Een echt topstuk, zeldzaam en onmisbaar.
Nicolaas Rockox (1560-1640) en anderen
Album Amicorum van Nicolaas en Adriaan Rockox
Circa 1579-1636
Inkt en waterverftekeningen op papier
Te zien in het Snijders&Rockoxhuis (Antwerpen)
Gedreven studenten
Over een periode van 57 jaar groeide het vriendenboekje van de broers Rockox uit tot een waardevol kunstobject met pagina’s vol dedicaties, spreuken en illustraties van medestudenten. De twee reisden van universiteit naar universiteit. Gedreven door hun leergierigheid, maar ook door pestepidemieën en oorlogsgeweld.
Na Leuven en Parijs belandde Nicolaas in 1579 aan de universiteit van het Franse Douai. Daar liet hij het boekje voor het eerst rondgaan. Ook na zijn studies bleef hij in verschillende Vlaamse steden vrienden verzoeken om een persoonlijke bijdrage. Tussen 1592 en 1596 nam Adriaan het op zijn beurt mee op studiereis door binnen- en buitenland.
Chique tekeningen
In tegenstelling tot de meeste van soortgelijke albums bevat dit exemplaar veel illustraties. Van hoge kwaliteit, zorgvuldig ingekleurd. Mooie miniaturen in gouache en krijt- en inkttekeningen. Wapenschilden, kostuumtekeningen, portretten. Vaak in combinatie met een opdracht of leuze van de jonge edellieden. Altijd opvallend deftig, op schunnigheden betrappen we de vrienden van de broers Rockox niet. Handtekeningen van vrouwen zijn in de minderheid. Zij houden het beknopt, maar niet minder fascinerend, zoals een mysterieuze verwijzing naar de zoetheid van de liefde aantoont: amar es dulce …






Van hand tot hand
Door de vele afbeeldingen van stijlvol geklede en gecoiffeerde mannen en vrouwen, dacht een eerdere eigenaar dat het ging om een kostuumboek. Vandaar het deels weggegomde ‘Costumes’ op een van de voorste schutbladen. Een Engelse bezitter voegde eigen bevindingen over het gebundelde werk toe en nog iemand anders gaf het midden 19de eeuw een opfrisbeurt door middel van de huidige blauwleren band met gouden letters en randen.
Kriskras
De paginavolgorde is wellicht niet chronologisch. Mogelijk werd ze achteraf gewijzigd. De watermerken uit verschillende gebieden tonen aan dat de broers soms losse vellen papier gebruikten om later in te voegen. Dat was zeker het geval voor de bijdragen van Justus Liptius, Aubertus Miraeus en Nicolaas zelf. Ook andere pagina’s zitten kriskras door elkaar, maar blijken na papieranalyses samen te horen.

Terug thuis
Na vier eeuwen van omzwervingen dook het Album Amicorum in 1958 op bij een antiquair in New York. Die linkte het aan de voormalige burgemeester van Antwerpen en stuurde het naar de Koninklijke Bibliotheek van België. Dankzij de bibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheek en toenmalig conservator Frans Baudouin kwam het vriendenboekje weer thuis in het Rubenshuis.
